De route van regen tot onder de bodem uitgelegd

Aangepast:

Droogte, het is niet meer weg te denken uit de Nederlandse zomers. Als waterschap doen we er alles aan om goed voorbereid te zijn op droge omstandigheden en droogteschade zoveel mogelijk te voorkomen. Bijvoorbeeld door het hele jaar door de waterstanden in sloten, weteringen en kanalen continu aan te passen aan de weersomstandigheden en het soort gebied. Toch houden ook onze mogelijkheden op als het lang niet of te weinig regent. Waarom speelt regen zo’n belangrijke rol? In deze blog leggen we de route van regen uit.

Regen valt op de grond en trekt dan in de bodem, afhankelijk van de bodemsoort gaat dat snel of langzaam. Daarbij passeert het verschillende lagen in de grond. Als er voldoende regen valt, bereikt de regen ook daadwerkelijk het grondwater. Bij slechts een paar millimeter regen komt het regenwater in de bovenste bodemlaag terecht. Omdat regenwater in die bodemlaag kan blijven ‘hangen’ als er weinig valt, noemen we dat ook wel de ‘hangwaterzone’.

Dorstlessers van planten

Planten en gewassen halen hun water voornamelijk uit de bodemlaag die net boven het grondwater ligt (de hangwaterzone). Het water in die zone bestaat uit regenwater dat de grond ingetrokken is en daar is achtergebleven, en uit grondwater dat opstijgt vanuit een diepere bodemlaag. Als de grondwaterstand hoog genoeg is, kan grondwater opstijgen doordat niet alle bodemdeeltjes gevuld zijn met vocht. De ‘lege bodemdeeltjes’ hebben een aanzuigende werking en zuigen het grondwater naar de hogere bodemlaag waaruit planten hun water halen.

Als het langere tijd droog is, zie je dat planten en gewassen verdrogen. Dat komt omdat er dan onvoldoende water beschikbaar is in de bovenste bodemlagen.

Grondwater, de stille kracht van ons watersysteem

Grondwater zit ook dieper in de bodem. Hoe hoog het grondwater staat is sterk afhankelijk van het seinzoen: in de winter staat het grondwater vaak hoger dan in de zomer. Grondwater heeft een belangrijke functie: 60 procent van het drinkwater in Nederland wordt gemaakt uit grondwater. Daarnaast speelt grondwater een belangrijke rol bij het gezond houden van natuurgebieden en het stabiel houden van de bodem. Een te lage grondwaterstand kan onder andere leiden tot verzakkingen in gebieden met veengrond.

De grondwaterlaag wordt gevuld met water dat via sloten, kanalen en weteringen de grond in zakt. Dat is ook de reden waarom we het hele jaar door de waterstanden in sloten, weteringen en kanalen aanpassen aan de weersomstandigheden en het soort gebied. Lokaal kan dit erg verschillen. Daarmee vullen we het grondwaterpeil aan en bouwen we een buffer op voor een droge periode. Ook regen kan het grondwater aanvullen, maar dan moet er wel genoeg vallen, de grond niet te droog zijn en het niet te warm zijn. Anders blijft het regenwater hangen in de ‘hangwaterzone’ of verdampt het.

Grondwater stroomt heel langzaam, vaak maar enkele meters per jaar, in de richting waar het waterniveau lager is. Als waterschap hebben we beperkt invloed op de grondwaterstand als het droog is. En het verschilt per gebied hoeveel invloed we hebben. Daarom is het belangrijk om zuinig om te gaan met (grond)water als het droog is en regenwater dat valt volop te benutten. Iedere druppelt telt in sommige gevallen.

Wat wij doen en wat jij kunt doen

Als waterschap doen we dat onder andere door waterbergingen aan te leggen. Als inwoner kun je regenwater extra goed benutten door bijvoorbeeld een regenton te plaatsen of extra groen te planten in je tuin of op je balkon.

Meer weten over droogte?

  • Vragen en antwoorden droogte

    Op deze pagina leest u veelgestelde vragen en antwoorden over droogte

  • Water op peil houden

    Elke dag zorgen wij ervoor dat het water in sloten, kanalen, wetering en meren de juiste hoogte heeft.

  • Droogte

    We spreken van droogte als het een langere periode niet regent of te weinig regent om een neerslagtekort op te lossen. Een neerslagtekort ontstaat als er meer vocht verdampt dan dat er neerslag valt.