4 en 5 februari 1825: een combinatie van een noordwesterstorm en springtij veroorzaakt dijkdoorbraken langs de Zuiderzee, IJssel en het Zwarte Water. Het kolkende water maakt honderden slachtoffers in Overijssel. Complete veestapels en duizenden boerderijen en andere gebouwen worden vernietigd. Dit jaar 200 jaar geleden.
Wat kunnen we leren van 1825? Samen met experts zoeken we in deze zesdelige podcast naar antwoorden in tijden van zeespiegelstijging en klimaatverandering.
In de avond van 4 februari 1825 luidden de klokken om de bevolking te waarschuwen voor het stijgende water. Nu, 200 jaar later, luiden de klokken opnieuw om 18.25 uur 305 slagen, om de slachtoffers te herdenken.
Het is 3 februari 1825. Aan de hemel staat een Nieuwe Maan; het is springvloed. Vanuit het noordwesten steekt een storm op, die het toch al hoge water met een enorme kracht tegen de dijken drijft.
1825-2025: Tweehonderd jaar Overijssels Watersnood. In de nacht van 4 op 5 februari 1825 werden grote delen van Overijssel getroffen door een ramp van ongekende omvang.