Waarom vissen niet van te veel regen houden
Vissen hebben water nodig om te overleven. Bij de meeste weersomstandigheden voelen ze zich dan ook als een vis in het water, maar als het heel veel regent kunnen vissen het moeilijk krijgen. Misschien ben je weleens naar lucht happende of dode vissen tegengekomen in het water na een hevige regenbui. Hoe dat zit leggen we in dit blog uit.
Als het een langere periode veel regent, raakt de grond verzadigd met regenwater en stijgt het grondwaterpeil. Door de verzadiging en de stijging van het grondwaterpeil kan het grondwater onder druk in een sloot of wetering omhoog komen. Het water dat onder druk omhoog komt noemen we ook wel kwelwater.
Kwelwater heeft een bijzondere samenstelling: het bevat kalk en ijzer. Op het moment dat het aanwezige ijzer in contact komt met zuurstof ontstaat er een chemische reactie (ijzeroxidatie). Deze reactie onttrekt zuurstof uit het water en het zorgt voor de roestbruine kleur van het water. De aanwezige (ijzer)bacteriën creëren de olieachtige laag die op het water drijft. Het is dus geen olie, maar een natuurlijk verschijnsel.
Kom je een olieachtige laag tegen op het water? Dan kun je zelf controleren of het om het natuurlijke verschijnsel gaat dat we hierboven beschrijven: Raak het laagje op het water aan, breekt het op het water en trekt daarna weer samen? Dan gaat het om het natuurlijke verschijnsel.
Waarom vissen het moeilijk krijgen in kwelwater
Normaal gesproken gaan vissen zelf op zoek naar water dat meer zuurstof bevat. Dat doen ze bijvoorbeeld door tegen de stroom in te zwemmen. Bovenstrooms zit over het algemeen meer zuurstof in het water. Maar soms zorgen omstandigheden ervoor dat ze niet op tijd de juiste plek kunnen vinden of bereiken. Als er weinig zuurstof in het water aanwezig is, kost het vissen veel meer energie om te ademen. Energie die ze niet kunnen inzetten om op zoek te gaan naar zuurstofrijker water.
Wat wij als waterschap kunnen doen
Als wij een melding krijgen van veel naar lucht happende of dode vissen gaan we naar de locatie om het zuurstofgehalte in het water te meten. Als dat laag is kijken we wat het beste is om te doen. Soms kunnen we zuurstofrijker water aanvoeren door een gemaal of stuw aan of omhoog te zetten. In andere gevallen is het noodzakelijk om vissen te verplaatsen naar water met meer zuurstof en soms helpt het om te beluchten*. Maar het kan ook zijn dat het beste is om de natuur haar gang te laten gaan. De natuur herstelt zich over het algemeen vanzelf en als wij ingrijpen woelen we het water als het ware om. Daarmee kunnen we het probleem ook verergeren. Zo maken we per keer de afweging wat het beste is.
*Wat is beluchten?
Bij beluchten pompen we water op uit de sloot. Dat opgepompte water spuiten we met grote kracht omhoog (zie foto hieronder). Daardoor neemt het zuurstofgehalte in het water iets toe. Als er zuurstofrijker water in de buurt is, gebruiken we bij voorkeur dat water. Als dat er niet is kunnen we ook het zuurstofarme water uit dezelfde sloot of vijver gebruiken om op te pompen. Beluchten is een langzaam proces, maar heeft wel effect. Het beste is om zuurstofrijker water aan te voeren, eventueel in combinatie met beluchten.
Wat jij kunt doen
Zie je vissen naar lucht happen of meerdere dode vissen in het water? Neem dan contact met ons op, dan gaan wij naar de locatie om de situatie te beoordelen.