Nieuwe werkwijze bestendig maaibeheer en onderhoud

Het waterschap voert regelmatig onderhoudswerkzaamheden uit, zoals het maaien van gras en riet in en langs waterwegen. Deze werkzaamheden zijn belangrijk om de waterafvoer en –toevoer te regelen en wateroverlast te voorkomen.
Op locaties waar beschermde soorten voorkomen, mogen we niet zomaar maaien en onderhoud plegen. Om te voorkomen dat we voor al deze locaties een vergunning moeten aanvragen, werken we met een gedragscode. Deze gedragscode helpt ons hoe we rekening moeten houden met de natuur en het milieu. Zo beschermen we de leefomgeving van (beschermde) dieren en planten.
Op 1 april is een nieuwe gedragscode in werking gegaan. Deze nieuwe gedragscode heeft strengere regels als het gaat om de bescherming van planten en dieren. Dit heeft grote gevolgen voor de manier waarop wij ons werk doen.
Beschermde soorten
Waar we maaien en onderhoud plegen, moeten we eerst controleren of er beschermde soorten aanwezig (kunnen) zijn. Is dat het geval? Dan hebben we de wettelijke taak om daar zorgvuldig mee om te gaan. Dat kan op twee manieren. De eerste manier is het volgen van de zogeheten habitatbenadering. De tweede manier is het volgen van de soortbenadering.
WDODelta kiest ervoor om in alle watergangen er vanuit te gaan dat er beschermde soorten aanwezig zijn. De kans is namelijk ontzettend groot. Bijvoorbeeld alle vogels zijn beschermd. Hier passen we onze manier van werken op aan.
Dit zijn de aanpassingen van ons werk:
Elke maaironde 1 talud
Elke maaironde wordt maximaal één talud en het midden van de watergang gemaaid. In een voorbeeld:
In het voorjaar van 2025 is de linkerzijde gemaaid. In het najaar van 2025 blijft de linkerzijde staan en wordt de rechterzijde gemaaid. In het voorjaar van 2026 gebeurt hetzelfde: de linkeroever blijft staan en de rechter wordt gemaaid. Tot slot wordt in het najaar van 2026 de linkerzijde gemaaid en blijft de rechterzijde staan. In de afbeelding hieronder laten we zien hoe een schema volgens de habitatbenadering eruit kan zien.

We klepelen minder
Er wordt niet meer met de klepelmaaier gemaaid, tenzij een watergang onder de uitzonderingsregel valt. Omdat we niet meer klepelen, komen we met andere maaiers op het land, bijvoorbeeld met een korfmaaier
Bij smalspoorgebieden is klepelen nog wel toegestaan. Smalspoorgebieden vallen onder de uitzonderingsregel. Vanwege de arbo-veiligheid van medewerkers mogen we in de smalspoorgebieden de paden en twee meter van het talud wel klepelen.
Dit betekent het voor u
De nieuwe gedragscode is ingegaan per 1 april en er is geen overgangsperiode. Dat betekent dat we per direct moeten werken volgens het nieuwe maaibeleid. U gaat hier gevolgen van merken. Dit is afhankelijk van de wijze waarop nu de watergang wordt onderhouden:
- Smalspoorgebied
- Er blijft het gehele jaar door altijd één oever staan.
- Het talud en de watergang mogen geklepeld worden.
- Eenzijdige breedspoorroute over aangrenzend land
- Het talud wordt geknipt in plaats van geklepeld. Dit betekent dat u langer maaisel (meer volume) in uw land krijgt.
- Het kan zijn dat er vaker een maaikorf komt om de watergang een extra keer te maaien.
- Er blijft het hele jaar door minimaal één talud staan
- Tweezijdig breedspoorroute over aangrenzend land
- Voor tweezijdig breedspoorroute gelden dezelfde gevolgen als de eenzijdige breedspoorroutes. Daar komt bij dat we niet meer om het jaar één zijde maaien. Het kan zijn dat er is afgesproken dat we om het jaar één zijde maaien. Dat kan met de nieuwe gedragscode niet meer. Omdat we wettelijk gebonden zijn aan de gedragscode, zien we geen andere mogelijkheid.
Juridische gevolgen
Wanneer we afwijken van de gedragscode, zijn we strafbaar. Als de aanliggende eigenaar het talud maait, kan het betekenen dat wij de watergang vanaf half mei tot en met augustus niet mogen maaien, omdat het dan geen habitatbenadering meer is. De aanliggende eigenaar is dan mogelijk strafbaar. Daarnaast is het voor ons dan erg moeilijk om nog werk uit te voeren in de zomermaanden.